Door de media, sociaal en minder sociaal, zien we meer van de wereld dan we kunnen verwerken.
We worden geconfronteerd met beelden, meningen en gebeurtenissen die in rap tempo op ons inbeuken, maar die ons bovendien een spiegel voorhouden. Wie zijn wij? Wat zijn onze waarden? Hoe zien we de Ander? Wat is onze identiteit?
800 à 600 voor Christus hadden de Grieken weliswaar geen media als de onze, maar zij ontwikkelden zich tot een zeevarend en handeldrijvend volk. Zo kwamen zij met andere culturen in contact. Niet alleen materiële zaken werden uitgewisseld, maar ook uitvindingen, technieken, overtuigingen en ideeën. Ook hier werd de mens een spiegel voorgehouden. De confrontatie met het vreemde, het andere sloeg als een boemerang terug op het Zelf: zijn mijn overtuigingen eigenlijk wel terecht? Is waarin ik geloof het goede? In die twijfel, die identiteitscrisis ontstond een zoektocht naar waarheid, ontstond de filosofie.
Vandaag de dag ervaren we iets dergelijks. Zijn onze westerse waarden de juiste? Hoe kunnen we omgaan met al die informatie die op ons afkomt? Wat moeten we van gebeurtenissen vinden? Hoe vormen we onze mening? Hoe denken we over ons Zelf en over de Ander?
Ik denk dat onze tijd raakvlakken vertoont met de tijd waarin de westerse filosofie ontstond. En dat daarom filosofie vandaag de dag voor veel mensen aantrekkingskracht bezit. Bij alles wat er op ons afkomt, kan het immers een verademing zijn om ‘op de plaats rust’ te gaan staan. De filosofische houding is er een van afstand nemen, uitzoomen, vanuit meerdere perspectieven naar iets kijken. De tijd nemen voor contemplatie en deliberatie. Gun jezelf het voordeel van de twijfel. Je hebt er geen dure technologische snufjes voor nodig, maar wel iets anders kostbaars: tijd.